Aan het WERK

AAN HET WERK
De opmerkelijke Joodse bijdrage aan naoorlogs Nederland

aan-het-werk-boek
Schrijver: André Agsterribbe (1949) is socioloog en bestuurssecretaris bij Joods Maatschappelijk Werk. Hij schreef eerder over de tragische gevolgen van de oorlog.en Cultureel Rapport. Thans is hij als research fellow verbonden aan het NIDI.
ISBN: 97890 79700 40 0, 195

1ste druk: 2011

Voor de oorlog telde Joods Nederland ongeveer 140.000 zielen, ongeveer 38.000 overleefden de oorlog, nog geen 4 promille van de toenmalige Nederlandse bevolking. Maar net als iedereen in die dagen moesten de overlevenden verder en namen zij, zo goed en zo kwaad als het ging, de wederopbouw van het eigen bestaan en dat van hun land weer ter hand. Het waren echter de ervaringen in de oorlogsjaren die hen op achterstand zetten, die hun leven met een negatief saldo deden starten: de vertrouwensbreuk, de schoolachterstand, de lichamelijke en psychische handicaps, het onverwerkbaar leed, hun geroofde en geplunderde goederen. Ze deelden het lot van overlevenden te zijn. Ze deelden het besef van hoe slecht, slecht kon zijn en ze deelden het gemeenschappelijk verdriet over het verlies van naasten. Zij vormden niet zo zeer een geloofsgemeenschap, als wel een lotsgemeenschap.

In de berichtgeving lijkt het slachtofferschap de bijdrage aan de Nederlandse samenleving te hebben overschaduwd. Dit boek is bedoeld als een eerbetoon aan de overlevenden, die na de oorlog, zoals de historicus Presser het stelde, ‘weer gewoon gingen doen’, alsof er niets was gebeurd. Ogenschijnlijk ‘gewoon’. De bijdrage van deze groep aan naoorlogs Nederland is opmerkelijk als men de relatief geringe omvang van de groep en de extra handicaps in aanmerking neemt.

Om de betekenis van deze kleine groep van overlevenden voor de samenleving te illustreren wordt aandacht gevraagd voor de bijdragen van 380 personen, 1 procent van de gehele groep. Een impressie van een grote maatschappelijke bijdrage door een kleine groep mensen.

 

Op pagina 160 staat geschreven dat Nico Polak(1904-1984); Raadsheer bij de Hoge Raad  ondergedoken zat tijdens de oorlog bij de familie Zwanenburg aan de Beilervaart. Er staat geschreven dat Zwanenburg, zijn vrouw en hun kinderen Yntze en Wietske allen actief betrokken waren bij het verzet. En dat er andere Joodse onderduikers zaten zoals Peter Mazur (hij wordt eerder in dit boek genoemd. Hij was natuurkundige. In dit boek staat dat zij hun leven aan Zwanenburg te danken hebben. Ook staat er geschreven dat Lammert Zwanenburg zelf de oorlog helaas niet overleefde. In de nacht van 18 op 19 oktober 1944 bestormde de Duitsers de boerderij. Die nacht werden de onderduikers niet gevonden en zij konden ontsnappen. Lammert Zwanenburg kon niet ontsnappen. Hij werd nog diezelfde avond, na ernstig te zijn mishandeld, in Westerbork doodgeschoten.